Vandaag heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in twee box 3 casussen. Deze uitspraken waren via een livestream te volgen, hoe uniek! Helaas geven de uitspraken geen unieke en onverwachte kansen voor belastingplichtigen met box 3 vermogen.
Wat speelt er?
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de wijze van forfaitaire berekening van het box 3 inkomen van belastingplichtigen in strijd is met het recht van eigendom en het gelijkheidsbeginsel. In die casus heeft de Hoge Raad rechtsherstel geboden. Dit geldt in de basis vanaf 2017, omdat vanaf dat moment de betreffende wijze van forfaitaire belastingberekening in box 3 is gehanteerd. Bezwaren over de jaren voor 2017 zijn afgewezen.
De Staatssecretaris van Financiën heeft op 28 april jongsleden aangekondigd dat rechtsherstel over de jaren 2017 en 2018 voor belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt wordt geboden volgens de ‘forfaitaire spaarvariant’. Dat betekent kortweg dat wordt gekeken naar de werkelijke vermogensmix in de categorieën spaargeld, schulden en overige bezittingen. Over die categorieën wordt vervolgens een forfaitaire heffing berekend, die per categorie jaarlijks wordt vastgesteld op grond van gewogen gemiddelde meerjaarlijkse rendementen. In de basis wordt dit rechtsherstel enkel geboden voor nog openstaande jaren én belastingplichtigen die bezwaar hebben aangetekend tegen een aanslag inkomstenbelasting 2017 of later.
De Hoge Raad heeft nu verduidelijkt in welke situaties verder nog aanspraak kan worden gemaakt op rechtsherstel. Daarbij zijn drie situaties denkbaar:
- Er is geen bezwaar gemaakt. In dat geval dient een verzoek te worden ingediend tot ambtshalve vermindering. De Hoge raad heeft vandaag (20 mei 2022) besloten dat dit geen zin heeft als de aanslag al vast stond op het moment van de uitspraak op 24 december 2021. Voor de volledigheid: een definitieve aanslag staat vast als niet binnen zes weken bezwaar is aangetekend.De Belastingdienst is bevoegd een verzoek tot ambtshalve vermindering in behandeling te nemen als aan alle voorwaarden voor zo’n verzoek wordt voldaan. De voorwaarde waarop deze beslissing afketst is het feit dat de rechter geen rechtsherstel hoeft te bieden op grond van nieuwe jurisprudentie als een aanslag al onherroepelijk vaststaat.Is de aanslag pas na het arrest van 24 december 2021 definitief komen vast te staan, dan is een verzoek tot ambtshalve vermindering dus wél nuttig.
- Er is bezwaar gemaakt, dat meeloopt in de massaal bezwaarprocedure. Deze worden conform de toezeggingen van de Staatssecretaris afgewikkeld volgens de regels van het rechtsherstel.
- Er zijn daarnaast ook nog situaties waarbij vanuit de overheid een bezwaar is gesplitst in een massaal bezwaar deel en een individueel deel. In die gevallen kan het zijn dat een belastingplichtige over één aanslag twee procedures moet voeren (uitkomst massaal bezwaarprocedure én de individuele procedure). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit onevenredig zwaar is. De feitenrechter krijgt de bevoegdheid om de gevolgen van het collectieve bezwaar mee te nemen bij de beoordeling van het individuele bezwaar. Tegen die individuele uitspraak staat de mogelijkheid van beroep open. Dat is bij een uitspraak op massaal bezwaar in beginsel niet zo. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat in deze situatie alsnog een verzoek tot ambtshalve vermindering kan worden ingediend als de belastingplichtige niet tevreden is met de individuele uitspraak op het massaal bezwaar. Zo wordt alle belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben aangetekend de kans geboden op rechtsherstel.
Wil je meer informatie over hierover en/of wat de fiscalisten van Actan voor jou kunnen betekenen? Neem dan contact op met Jessica Verdel-van Eenennaam of Pauline Pipping-van der Storm.